VPGE

WAT GELOVEN WIJ?

De Verenigde Pinkstergemeente in Europa leert dat de Bijbel het onfeilbare Woord van God is. De Bijbel is de enige autoriteit die God aan de mens gegeven heeft. Daarom moet alle geloof, hoop, doctrine en leer aan de gemeente, op de bijbel gebaseerd zijn en in harmonie met haar. De Bijbel dient dus door alle mensen gelezen en bestudeerd te worden. Alleen onder de leiding van de Heilige Geest is zij volledig te begrijpen (Zie Lucas 24:45).

”Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid;”
2 Timotheüs 3:16 (HSV)

“En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart. Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.’’
2 Petrus 1:19-21 (HSV)

Hieronder zullen wij uitgebreid een paar fundamentele leerstellingen bespreken. Het doel met deze stellingen is dat de lezer kan begrijpen wat de Bijbel leert en wat wij op grond daarvan in de kerk onderwijzen. In de onderstaande leerstellingen zijn Bijbelverzen weergegeven in de Herziene Statenvertaling, maar u kunt gerust een andere vertaling pakken. Wij bemoedigen de lezers om ook zelf de Bijbel te onderzoeken met behulp van de verwijzingen die we geven naar andere Bijbelverzen die hieronder niet zijn weergegeven. Als u een vraag hebt over een onderdeel van deze leerstellingen kunt u gerust contact opnemen met de telefoonnummer in de pagina vpge.nl/contact of een gesprek aangaan met ons in een van onze locaties (zie: vpge.nl/locaties)

THEMA'S

Thema 1: God en de mens

 

Thema 2: Het Geloof

  • Het geloof
  • Belijden en bekeren
  • De doop met water
  • De doop met de Heilige Geest
  • De wedergeboorte

Thema 1: God en de mens

Wij geloven in de enige levende God, oneindig in macht, heilig in wezen, eigenschappen en doelstellingen. Zijn Godheid is absoluut en ondeelbaar. De schrift bevestigt en verklaart de universele kennis van God. Hij is ondeelbaar, immaterieel, zonder lichaamsdelen, zonder lichaam, en vandaar zonder beperkingen. (Zie: Romeinen 1:19, 20, 28, 32, 2:15).

God is vlees geworden

De enige waarachtige God, de Heer van het oude testament, nam de vorm van een mens aan (Jezus). Jezus is dus God. De Bijbel laat ons ook zien dat er maar één God is. Jezus (de Zoon) en de Vader zijn één God,  geen twee ‘goden’. (Zie: Lukas 18:18; Johannes 5:27;

Hebreeën 1:1-2

“Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon, Die Hij Erfgenaam gemaakt heeft van alles, door Wie Hij ook de wereld gemaakt heeft.”

Hebreeën 1:1-2

‘’langs een nieuwe en levende weg, die Hij voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees,’’

Hebreeën 10:20

“Daarom zegt Hij bij Zijn komst in de wereld: Slachtoffer en graanoffer hebt U niet gewild,
maar U hebt voor Mij een lichaam gereedgemaakt. Brandoffers en offers voor de zonde
hebben U niet behaagd. Toen zei Ik: Zie, Ik kom – in de boekrol is over Mij geschreven – om
Uw wil te doen, o God.’’

Hebreeën 10:5-7

“Luister, Israël! De HEERE, onze God, de HEERE is één!,”

Marcus 12:19; Deuteronomium 6:4

“één God en Vader van allen, Die boven allen en door allen en in u allen is.’’
Efeze 4:6

“In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.’’
[…] ‘’En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn
heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.’’

Johannes 1:1; Johannes 1:14

“En buiten alle twijfel, groot is het geheimenis van de godsvrucht: God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in de Geest, is verschenen aan de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid.’’

1 Timotheüs 3:16

‘’God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd.’’

2 korintiërs 5:19

‘’Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk.’’

Kolossenzen 2:9

“Want het heeft de Vader behaagd dat in Hem heel de volheid wonen zou,”

Kolossenzen 1:19

“Want het heeft de Vader behaagd dat in Hem heel de volheid wonen zou,”

Kolossenzen 1:19

‘’Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus.’’

1 Timotheüs 2:5

“Ik ben de Alfa en de Oméga, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige”

Openbaring 1:8

De Naam van Jezus

De profetie van Jesaja werd vervuld wanneer de Zoon van God zijn naam kreeg:

God maakte gebruik van titels zoals Elohim, God, de Almachtige, El Shaddai en de HEER, de verlossende naam in het Oude Testament. God liet echter aan de profeet Jesaja weten dat Hij zich met nog een Naam zou openbaren:

Jesaja 9:5

“Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.’’ 

Jesaja 9:5

Matheüs 1:21-23

“en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig
maken van hun zonden. Dit alles is geschied opdat vervuld werd wat door de Heere
gesproken is door de profeet, toen hij zei: Zie, de maagd zal zwanger worden en een Zoon
baren, en u zult Hem de Naam Immanuel geven; vertaald betekent dat: God met ons.”


Matheüs 1:21-23

Handelingen 4:12

“En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden.” 

Handelingen 4:12

De mens

In het begin schiep God de mens: onschuldig, puur en heilig:

Genesis 5:1-2

“Dit is het boek van de afstammelingen van Adam. Op de dag dat God Adam schiep, maakte
Hij hem naar de gelijkenis van God. Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen, en Hij zegende
hen en gaf hun de naam mens, op de dag dat ze geschapen werden.”


Genesis 5:1-2

“En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt
heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft,”


Mattheüs 19:4

Door de zonde van ongehoorzaamheid viel de mens: Adam en Eva verloren hun heilige positie en werden door God van de tuin van Eden weggestuurd. Op dat moment kwam de zonde in de wereld, door de ongehoorzaamheid van een mens.

Prediker 7:29

“Alleen, zie, dit heb ik gevonden: dat God de mens oprecht gemaakt heeft, maar zij hebben vele uitvluchten gezocht.”

Prediker 7:29

“Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God,”

Romeinen 3:23

Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, in wie allen gezondigd hebben. Want totdat de wet er kwam, was er wel zonde in de wereld. Zonde wordt echter niet toegerekend als er geen wet is. Toch heeft de dood geregeerd van Adam tot Mozes toe, ook over hen die niet gezondigd hadden met eenzelfde overtreding als Adam, die een voorbeeld is van Hem Die komen zou. Maar het is met de genadegave niet zoals met de overtreding. Want als door de overtreding van de ene velen gestorven zijn, veel meer is de genade van God en de gave door de genade die er is door de ene mens Jezus Christus, overvloedig geweest over velen. En het is met de gave niet zoals het was door de ene die zondigde. Want de veroordeling leidde ten gevolge van één overtreding wel tot verdoemenis, maar de genadegave bij vele overtredingen tot rechtvaardiging. Want als door de overtreding van de ene de dood geregeerd heeft door de ene, veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave van de gerechtigheid ontvangen, in het leven regeren door de Ene, namelijk Jezus Christus. Zoals dus door één overtreding de veroordeling gekomen is over alle mensen tot verdoemenis, zo komt ook door één rechtvaardigheid de genade over alle mensen tot rechtvaardiging van het leven. Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens velen als zondaars aangemerkt worden, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van de Ene velen als rechtvaardigen aangemerkt worden.”

Romeinen 5 12-19

DE GENADE

De genade is een onverdiende gave waardoor God de mens verlost en geschikt maakt voor een nieuw leven. Hij rekent de vroegere zonden niet meer mee.

Romeinen 3:24-25

“en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God openlijk aangewezen als middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed. Dit was om Zijn rechtvaardigheid te bewijzen vanwege het voorbijgaan aan de zonden die eertijds hadden plaatsgevonden onder de verdraagzaamheid van God.”

Romeinen 3:24-25

“Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen, en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven,”

Titus 2:11-12

“Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen.”
Johannes 1:17

De christen zou in de genade en in Gods liefde wandelen om zijn verlossing te behouden. Wanneer iemand een overtreding begaat, zondigt deze tegen God en verliest zijn gunst, dat betekent niet dat hij/zij de redding erdoor verliest. Als hij/zij de zondes die hij/zij gedaan heeft belijdt kan God hem/haar vergeven. Als hij/zij echter in zonde blijft, zonder zich te bekeren, zal die verloren gaan en verworpen worden in de poel van vuur. (Zie Johannes 15:2; 2 Petrus 2:20-21). Degene die trouw zijn zullen, door Gods genade, een eeuwige beloning krijgen. 

1 Johannes 1:9

Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.

1 Johannes 1:9

Want het is onmogelijk om hen die eens verlicht zijn geweest, die de hemelse gave geproefd hebben en deelgenoot zijn geworden van de Heilige Geest, en die het goede Woord van God geproefd hebben en de krachten van de komende wereld, en die daarna afvallig worden, weer opnieuw tot bekering te brengen, omdat zij voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigen en openlijk te schande maken.

Hebreeën 6:4-6

“Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God’’

Efeze 2:8

Thema 2: Het geloof

In de onderstaande teksten worden enkele essentiële onderdelen van het geloof in God beschreven. 

Het geloof

Het geloof is een vermogen om te zien dat er meer is dan wat we met het blote oog kunnen zien.  

Hebreeën 11:1

“Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet.”

Hebreeën 11:1

Geloof is het resultaat van het horen en ontvangen van het evangelie van Gods genade.
“Door Hem hebben wij ook de toegang verkregen door het geloof tot deze genade waarin wijstaan, en wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God.” […] ‘’Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door Zijn leven.” […] “Want als door de overtreding van de ene de dood geregeerd heeft door de ene, veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave van de gerechtigheid ontvangen, in het leven regeren door de Ene, namelijk Jezus Christus.”

Romeinen 5:2, 10, 17

“Door Hem hebben wij genade en het apostelschap ontvangen tot geloofsgehoorzaamheid onder alle heidenen, ter wille van Zijn Naam,”
Romeinen 1:5

Belijden en bekeren

Het woord ‘’bekering’’ stamt van een aantal Griekse woorden af die het volgende betekenen: verandering van voornemens en doelstellingen, verandering van gedachten, van levenstijl, een volledige verandering, etc.

Jesaja 55:7

“Laat de goddeloze zijn weg verlaten, de man van ongerechtigheid zijn gedachten. Laat hij zich bekeren tot de HEERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen, tot onze God, want Hij
vergeeft veelvuldig.”

Jesaja 55:7

Er waren juist op dat tijdstip enigen bij Hem, die Hem berichtten over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed met hun offers vermengd had.

En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Denkt u dat deze Galileeërs grotere zondaars zijn geweest dan alle andere Galileeërs, omdat zij zulke dingen geleden hebben?
Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen.
Of die achttien, op wie de toren in Siloam viel en die daardoor gedood werden, denkt u dat zij meer schuld hebben gehad dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen?

Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen.

Lukas 13:1-5

De echte bekering is het belijden en afkeren van de zonde. Johannes de doper preekte over bekering. Jezus heeft dit geopenbaard en de apostelen hebben het bevestigd aan zowel aan Joden als heidenen.

De doop met water

Het woord ‘dopen’ betekent begraven en onderdompelen (Zie: Romeinen 6: 4-5). In de schriften vindt de doop alleen plaats door onderdompeling en is enkel bedoeld voor degenen die bekeerd zijn en zich afkeren van de zonde en de liefde voor de wereld. De doop moet
door een bevoegde voorganger worden toegediend in gehoorzaamheid aan Gods woord, in de naam van onze Here Jezus Christus, conform de teksten in Handelingen 2:38, 8:16, 10:5; die overeenkomen met Mattheüs 28:19. De doop is in de naam van Jezus:

Handelingen 2:38

“En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.”

Handelingen 2:38

“En in Zijn Naam moet onder alle volken bekering en vergeving van zonden gepredikt worden, te beginnen bij Jeruzalem.”

Lukas 24:47

De doop met de heilige geest

De termen “Dopen met de Heilige Geest”, “Vervullen met de Heilige Geest” en “De gave van de Heilige Geest” zijn onmisbare begrippen in de Bijbel. Johannes de doper zei:

Mattheüs 3:11

“Ik doop u wel met water tot bekering, maar Hij Die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben het
niet waard Hem Zijn sandalen na te dragen. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur.”

Mattheüs 3:11

Er staat ook geschreven:

Handelingen 2:38

“En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.”

Handelingen 2:4

Het is de bedoeling volgens de schriften dat het ontvangen van de Heilige Geest wordt bevestigd door het spreken in tongen als een uiterlijk teken en bewijs van vervulling met de Heilige Geest, zoals beschreven in Handelingen 2:4, 10:46, 19:6. De gave van tongen zoals beschreven in 1 Korintiërs 12 en 14 is in essentie dezelfde gave maar verschillend in gebruik en doel.
De Here zei door middel van profeet Joël:

Joël 2:28

“Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien.”

Joël 2:28

Petrus legt deze wonderbaarlijke ervaring uit:

Handelingen 2:33

“[…] en de belofte des Heiligen Geestes, ontvangen hebbende van den Vader, heeft dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort.

Handelingen 2:33

Vervolgens zei hij:

Handelingen 2:38-39

“[…]en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.”

“Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de
Heere, onze God, toe roepen zal.”

Handelingen 2:38b-39

De wedergeboorte

Het resultaat van de wedergeboorte is geboren worden uit Gods Woord. De persoon weerspiegelt dit door de bekering en gehoorzaamheid aan het evangelie.

Johannes 1:1

“Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.”

Johannes 3:3

“Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan,
zie, alles is nieuw geworden.”

2 Korintiërs 5:17

“Overeenkomstig Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord van de waarheid, opdat wij
in zeker opzicht eerstelingen van Zijn schepselen zouden zijn.”

Jakobus 1:18

“Nu u dan uw zielen gereinigd hebt in de gehoorzaamheid aan de waarheid, door de Geest,
tot ongeveinsde broederliefde, heb elkaar vurig lief uit een rein hart, u, die opnieuw geboren
bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig
blijvende Woord van God.”

1 Petrus 1:22-23

De wedergeboorte

Het resultaat van de wedergeboorte is geboren worden uit Gods Woord. De persoon weerspiegelt dit door de bekering en gehoorzaamheid aan het evangelie.

Johannes 3:3

“Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.”

Johannes 3:3

“Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan,
zie, alles is nieuw geworden.”

2 Korintiërs 5:17

“Overeenkomstig Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord van de waarheid, opdat wij
in zeker opzicht eerstelingen van Zijn schepselen zouden zijn.”

Jakobus 1:18

“Nu u dan uw zielen gereinigd hebt in de gehoorzaamheid aan de waarheid, door de Geest,
tot ongeveinsde broederliefde, heb elkaar vurig lief uit een rein hart, u, die opnieuw geboren
bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig
blijvende Woord van God.”

1 Petrus 1:22-23

“Ieder die uit God geboren is, doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet
zondigen, omdat hij uit God geboren is.”

1 Johannes 3:9

“Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning die de wereld
overwonnen heeft: ons geloof.”

1 Johannes 5:4